🕒 Leestijd: 2 minuten

Wetenschappelijke experimenten zijn een hoofdbestanddeel van de menselijke vooruitgang. Academische onderzoekers moeten zich meestal houden aan regels en voorschriften met betrekking tot de ethiek van het uitvoeren van studies. Er is echter altijd een aantal onderzoeken geweest die veel verder gingen dan wat velen als ethisch beschouwen.

In deze reeks bekijken we even kort deze experimenten.

Tegenwoordig zijn er strikte regels die moeten worden gevolgd bij het uitvoeren van dergelijke psychologische experimenten. De American Psychological Association (APA) heeft bijvoorbeeld een bindende gedragscode die moet worden gevolgd bij het uitvoeren van elk soort experiment. Onderzoekers zijn verplicht zich aan alles te houden, van toestemming tot vertrouwelijkheid van de experimenten.

Bovendien zijn er beoordelingscommissies en panels die verantwoordelijk zijn voor het versterken van deze strikte ethiek. Dat gezegd hebbende, waren de normen niet altijd zo streng. Dat is precies hoe enkele van de volgende controversiële psychologische experimenten werden uitgevoerd.

Het Milgram Experiment

Een psycholoog van de Yale Universiteit, Stanley Milgram, voerde een van de meest beruchte onderzoeken naar gehoorzaamheid uit.

Zijn psychologische experiment bestond uit het analyseren van het conflict tussen persoonlijk geweten en gehoorzaamheid aan autoriteit. In 1963 onderzocht Milgram rechtvaardigingen die werden aangevoerd door mensen die beschuldigd werden van genocide tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Vaker wel dan niet boden ze een verdediging aan gebaseerd op het begrip ‘gehoorzaamheid’ en voerden ze aan dat ze alleen maar de bevelen van hun superieur opvolgden. Daarom wilde Milgram onderzoeken of de Duitsers op de een of andere manier van nature gehoorzaam waren, of dat er een andere reden achter de wreedheid zat.

Op basis van dit experiment koos Milgram deelnemers via krantenadvertenties en spoorde hen aan om deel te nemen aan een onderzoek aan de Yale University.

Elke deelnemer werd vervolgens gekoppeld aan een andere deelnemer. De één was de ‘leerling’ en de ander de ‘leraar’. In elk geval was de leerling eigenlijk een bondgenoot van Milgram die zich voordeed als een echte deelnemer.

De leerling werd naar de ene kamer gebracht en de leraar naar de andere. De lerarenkamer bestond uit een apparaat voor elektrische schokken, samen met een rij schakelaars met een label van 15 volt tot 450 volt.

Het doel van het experiment was om te onderzoeken hoe ver mensen precies bereid zijn te gaan om een instructie op te volgen, zelfs als dat met zich meebrengt dat iemand anders schade wordt berokkend. De leraar kreeg de opdracht om de leerling te “schokken” met steeds hogere spanningen. Maar zonder dat de leraar het wist, waren de schakelaars niet echt en deed de leerling alsof hij reageerde. De nep-elektrische schokken namen geleidelijk toe tot niveaus die fataal zouden zijn geweest als ze echt waren geweest.

Uit het experiment bleek onverwacht dat een zeer groot deel van de proefpersonen de instructies volledig zou opvolgen, zij het met tegenzin.

bron

(Help ons. Deel dit artikel a.u.b.)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *