De zogenaamde “Rushdie-affaire” die weer is opgerakeld door Rushdie’s nieuwe boek Mes (2024) is geen kwestie die speciaal met één specifiek persoon te maken heeft, één individu met de naam Salman Rushdie, maar met de positie waarin elke schrijver functioneert die zich de gramschap op de hals haalt van gezagsdragers van het Iraanse theocratische regiem. Of de gramschap van een eenzame wolf die spontaan als executeur voor zo’n regiem in actie komt.

Rusland en Iran

Op 24 februari 2022 viel Rusland het buurland Oekraïne binnen. Sinds dat moment is de westerse wereld gepreoccupeerd met wat deze gebeurtenis betekent voor vrijheid en veiligheid in de gehele westerse wereld. Maar in datzelfde jaar 2022 klom op 12 augustus Hadi Matar op het toneel bij een literatuurfestival in de Verenigde Staten van Amerika om een schrijver een mes in zijn nek te steken die de wereldbeschouwing van de Iraanse theocratie satirisch had beschreven in een roman.

De gebeurtenissen van 12 augustus worden over het algemeen niet als een “invasie” beschouwd. Toch is het dat wel, een stille invasie. Een invasie ook die zich weer aan ons heeft opgedrongen 33 jaar ná de oorspronkelijke oorlogsverklaring uit 1989. Maar niemand die het ziet. Ook Rushdie zelf niet.

Waarom Mes een gevaarlijk boek is

Wat Mes in zekere zin ook tot een enigszins “gevaarlijk boek” maakt, is dat de interpretatie van de naïeve meerderheid ten aanzien van deze mesaanval (het is een “incident” en we moeten hopen dat het vanzelf weer ophoudt, denkt men) door de grote man zélf wordt afgezegend. Ook Rushdie is in de ban van dit misverstand. Dat is natuurlijk, hoe mooi en onderhoudend geschreven deze memoir ook is, een teleurstelling.

Het “vergeten” van Matar

Rushdie doet zijn uiterste best om de aanvaller zelf, Hadi Matar, uit zijn verhaal te filteren. Hij wil Matar als het ware “vergeten”, als niet relevant voor zijn opzet beschouwen. Onbedoeld staat in zijn boek centraal zijn eigen onvermogen om te begrijpen wat hem overkomen is. Immers “niet begrijpen” wat Matar denkt en doet en waaróm hij dat denkt en doet ontneemt ons alle kans om het probleem waarmee we te maken hebben tot een oplossing te brengen.

Rushdie en Bernard Lewis

Rushdie’s analyse is daarmee het omgekeerde van die van de grote arabist Bernard Lewis. Lewis schreef eens het volgende:

In deze uitspraak zit zoveel verstand en wijsheid dat het je even stil doet zijn. Zo zit het dus. Kijk maar eens naar de volgende elementen.

  1. a]:text-primary dark:[&>a]:text-primaryDark [&>a]:underline”>Je hebt geen grote hordes nodig om toch terrorisme effectief te doen zijn;
  2. a]:text-primary dark:[&>a]:text-primaryDark [&>a]:underline”>Het is nodig dat je jezelf (als staat) verzet tegen terrorisme, want anders gaat het van kwaad tot erger;
  3. a]:text-primary dark:[&>a]:text-primaryDark [&>a]:underline”>Als je effectief wilt zijn in die strijd tegen terrorisme dan moet je goed begrijpen wat terroristen bezielt (en daar zo min mogelijk over fantaseren, voeg ik daaraan toe, zelfs niet als fictie-schrijver).
Paul Cliteur is de schrijver van “In de houtgreep van de Ayatollah”, in: De reactionair, 3 5 2024: https://ap.lc/AcQNj

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *