
Een Zwitsers zwembad is zó klaar met seksuele intimidatie, agressie en minachting voor fatsoen, dat het rigoureus ingrijpt. En prompt komen de linkse wolven huilend uit het bos: “discriminatie!”.
In het gemeentelijke zwembad van Porrentruy, een stadje op steenworp afstand van de Franse grens, liep het de spuigaten uit. Tientallen jongeren – voornamelijk uit Frankrijk – kwamen massaal naar het Zwitserse bad, maar niet om rustig te zwemmen. Nee, meisjes werden nagefloten, nagesist, betast. Medewerkers kregen een grote mond. Eén medewerker werd zelfs geslagen.
De directie was het zat. Eindelijk. Na weken dweilen met de kraan open, individuele zwemverboden, gesprekken, waarschuwingen, werd de maat vol. Vanaf nu mogen alleen Zwitsers, verblijfsgerechtigden en mensen met een werkvergunning nog naar binnen.
De maatregel werkt. De overlast is nagenoeg weg. Maar wie daar niet tegen kan? De gebruikelijke klagers: antiracismeclubs, linkse politici, moralistische media. De burgemeester van Porrentruy, Philippe Eggertswyler, blijft rustig:
“De racisme-organisaties doen hun werk, en wij het onze.”
Juist. En zijn werk is het beschermen van meisjes, badpersoneel en normale gezinnen. Dat heet: veiligheid boven politieke correctheid.
De realiteit is simpel: geen enkele samenleving hoeft overlast, intimidatie of agressie te verdragen omdat het van ‘de ander’ komt. Fatsoen is geen Westers concept het is een voorwaarde voor samenleven. En wie daar niet aan wil voldoen, hoort niet in het zwembad thuis. Punt.
De maatregel is tijdelijk na de zomer zijn alle bezoekers weer welkom. Maar intussen kunnen meisjes weer veilig zwemmen. En dat is precies wat de linkse klagers lijken te vergeten in hun hysterische fixatie op ‘inclusiviteit’.
.

