
Laten we hier heel duidelijk over zijn: Nederland lijkt economisch zelfmoord aan het plegen te zijn door zijn eigen industrie onmogelijk te maken. De branchevereniging Vemobin spreekt boekdelen: dit is het zoveelste signaal dat fabrieken in Nederland financieel niet meer kunnen opboksen tegen concurrenten in Azië, Afrika en het Midden-Oosten. Want ja, als je in Nederland te maken krijgt met torenhoge energiekosten, een krankzinnig belastingklimaat, en eindeloze regels die door onze groene hobbyisten worden bedacht, dan is het geen verrassing dat bedrijven hun biezen pakken. En wie betaalt uiteindelijk de prijs? Juist, de gewone Nederlander die straks zijn baan verliest.
Maarten van Gaans-Gijbels, hoofd klimaat bij branchekoepel Vemobin, slaat de spijker op z’n kop in De Telegraaf: „Dit is heel zorgelijk. Nederland loopt uit de pas met de rest van de EU, en de EU loopt uit de pas met de rest van de wereld.” De alarmbel heeft al vaak gerinkeld, maar onze overheid blijft vrolijk verder dromen over hun groene utopie. In werkelijkheid is het geen groene groei die we zien, maar grijze krimp. Bedrijven gaan weg, banen verdwijnen, en de industrie — het kloppende hart van onze economie — wordt langzaam maar zeker de nek omgedraaid.
Het wordt hoog tijd dat onze politici wakker worden. De groene droom is prachtig voor op de vrijdagmiddagborrel van D66, maar in de echte wereld heeft deze droom hele nare gevolgen. Bedrijven sluiten hun deuren, banen verdwijnen en Nederland wordt steeds minder aantrekkelijk voor investeerders. Willen we echt op deze manier verdergaan? Het is tijd voor beleid dat werkt voor de mensen, voor de banen, en voor de economie. Want deze groene gekte? Die eist nu al zijn tol.
.

