Bart De Wever (N-VA) en Tom Van Grieken (Vlaams Belang) botsen over de Vlaams-nationale droom in ‘Het conclaaf’. Over Conner Rousseau heeft De Wever niets dan lof.
De sfeer tussen de politieke kopstukken in Vlaanderen zit onder het vriespunt. Zoveel wordt duidelijk in ‘Het conclaaf’, het programma van televisiemaker Eric Goens dat vanaf donderdagavond te zien is bij VTM. De eerste van vier afleveringen draait volledig rond Bart De Wever (N-VA), Tom Van Grieken (Vlaams Belang) en Conner Rousseau (Vooruit), die een avond samen doorbrengen in het kasteel van Jemeppe in de Ardennen. De kopstukken van andere partijen werden pas een dag later toegevoegd aan de cast en komen pas in de tweede aflevering aan bod.
In het eerste debat van het programma lopen de gemoederen hoog op tussen De Wever en Van Grieken. “Er is maar één De Wever”, zei de N-VA-voorzitter. “En die gelooft dat extreemrechts niets constructiefs zal bijdragen aan Vlaanderen. Ik acht de kans dat u een regering kan maken casino nul.” En nog: “Ik heb veel meer affiniteit met andere partijen dan met Vlaams Belang.”
Nochtans reikte Van Grieken De Wever nadrukkelijk de hand om samen een Vlaamse regering te vormen. Maar Van Grieken werd vooral in het defensief geduwd door De Wever, vooral over de banden van Filip Dewinter met China. “Kan er iemand uitleggen waarom de Chinese overheid een etentje met Dewinter en Anke Van dermeersch moet betalen?” En: “Denk je dat ik het plezant vind dat één vierde van de Vlaamse stemmen in de frigo gaat omdat jij van zulke fratsen geen afstand kan nemen?” Van Grieken repliceerde dat het niet aan De Wever is om te bepalen wie hij naar het parlement stuurt.
In een afzonderlijk interview met Van Grieken wordt duidelijk dat de Vlaams Belang-voorzitter helemaal niet op zijn gemak is in het gezelschap van De Wever en Rousseau. Hij spreekt over een “poppenkast” waar hij zich niet thuis voelt. “Er is hier niemand die zijn schild of harnas laat zakken. Ik vind me een kleuter omdat ik het niet leuk vind. Ik hoop dat ik goed slaap en ga me morgen proberen te herpakken.”
Het isolement van Van Grieken contrasteert met hoe De Wever en Rousseau amicaal met elkaar omgaan. Rousseau komt in het kasteel uitgebreid terug op zijn racistische uitspraken en zijn coming-out – nog geen dag na zijn comeback. En De Wever komt bij hem zijn hart luchten over het debat met Van Grieken. Daar liet de N-VA-voorzitter wel optekenen “graag een meerderheid” te hebben met Vlaams Belang. Maar louter om federaal een deal met de PS te forceren. Daarvoor rekent hij duidelijk op wat hij zelf omschrijft als de ‘bromance’ met Rousseau.
