Op woensdagmiddag 20 maart vond bij de bestuursrechter in Den Haag een opmerkelijke zitting plaats. Het betrof een ‘aanvullend beroep’ in een slepende zaak tussen de BMRK en het ministerie van VWS, die in 2022 begon met een Woo-verzoek. Koppeling tussen de zogenaamde ‘vaccinatiestatus’ en het overlijdensregister kan volgens de BMRK inzicht geven in de effecten van de coronavaccinatiecampagne. “Daarom zijn wij al langer geïnteresseerd in de tabel die van overleden personen laat zien hoeveel tijd er zat tussen hun laatste coronavaccinatie en het overlijden”, legt Cyril Wentzel uit. “Vanwege bescherming van de privacy van de overledene kan worden volstaan met de sterfteweek, in plaats van de exacte sterfdag. Ook volstaat een leeftijdscategorie, bijvoorbeeld 50-60 jaar, in plaats van de exacte leeftijd bij overlijden. Maar deze gegevens heeft het ministerie nog steeds niet op toegankelijke wijze openbaar gemaakt. Vandaar ons aanvullend beroep.”

Na de start van de Woo-procedure ving de BMRK bot, omdat volgens het ministerie de gegevens waarom werd gevraagd niet zouden bestaan. “De Woo is een krachtig instrument”, zegt Wentzel. “Maar de data waarom je vraagt, dienen wel bij het overheidsorgaan aanwezig te zijn. Pas toen we uit een overheidsrapportage wisten te achterhalen dat het ministerie de data had overhandigd aan het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) voor de ‘oversterftestudie’, wisten we dat VWS ze had. Uiteindelijk zijn afgelopen februari data vrijgegeven, maar in verminkte vorm waardoor ze volstrekt onbruikbaar zijn voor analyse. Dat lijkt nu hun tweede lijn van verdediging te zijn: materiaal aanreiken waarmee mensen niets kunnen. De inzet van ons aanvullend beroep is dat die data nu in bruikbare vorm worden vrijgegeven.”

Het ‘beroepschrift’ dat de BMRK voorafgaand aan de zitting indiende bij de Rechtbank Den Haag, geeft inzicht in de argumentatie waartegen het ministerie zich op 20 maart mocht verweren. De BMRK constateert dat VWS “destructieve anonimisering van de dataset” heeft toegepast. Ze herinnert eraan dat “gevraagd is naar de sterfteweek, maar driekwart van de weken blijken niet in de tabel voor te komen”. De verklaring hiervoor is “dat alle sterfdata zijn teruggebracht naar de eerste dag van de betreffende maand en niet naar week zoals verzocht is”. Deze vorm van “aggregatie” zegt VWS te hebben toegepast vanuit het oogpunt van anonimisering. Maar de BMRK wijst erop dat vermelding van de sterfte­week de anonimisering helemaal niet in gevaar brengt.

En dat zou men moeten weten bij VWS, zo blijkt uit het beroepschrift. Terwijl de BMRK is afgescheept met een “inconsistente” en “destructief” geaggregeerde dataset om zogenaamd de privacy van overledenen te beschermen, was tijdens de pandemie wél “non-destructieve ­aggregatie” mogelijk. Er werd destijds met leeftijdscategorieën van vijf of tien jaar gewerkt, en de week waarin een dag viel werd gerapporteerd in plaats van de dag zelf. Dit gebeurde bijvoorbeeld in door het RIVM gepubliceerde corona-statistieken en in CBS-overlijdensstatistieken.

De BMRK voegt in een bijlage bij het beroepschrift het voorbeeld toe van de tijdens de pandemie gepubliceerde ­dataset Casus landelijk. Hierin waren per persoon (positieve) coronatestuitslagen opgenomen per dag, met zelfs vermelding van ziekenhuisopname, week van sterfte, provincie en GGD-regio. “Een vorm van rapportage die kennelijk voldoet aan privacyrichtlijnen”, schrijft de BMRK. Ook het rapportageniveau van sterfte vanuit Nederland aan het Europese statistiekinstituut Eurostat blijkt zó gedetailleerd dat je “de weeksterfte tot een resolutie van vijf jaar per geslacht en regio op aantallen van onder de tien kunt terugvinden”. Kortom: de overheid laadt de verdenking op zich te meten met twee maten.

De BMRK wijst er in haar beroepschrift bovendien op dat het ministerie de EU-transparantierichtlijnen, die kracht hebben van wet, aan haar laars lapt. Die richtlijnen omvatten acht uitgangspunten, waaronder “kwaliteit/betrouwbaarheid” en “consistentie”. Volgens de BMRK heeft VWS deze uitgangspunten “volledig veronachtzaamd” met als reden bescherming van persoonsgegevens. De BMRK concludeert: “Uit de bovenvermelde argumenten blijkt onmiskenbaar dat de minister een anonimisering heeft toegepast die onnodig, disproportioneel en destructief is.”

Het wachten is nu op de uitspraak van de bestuursrechter. Wentzel is optimistisch: “Alleen openbaarmaking van de volledige dataset op weekniveau met koppeling vaccinatiestatus-overlijden kan meer duidelijkheid verschaffen over een mogelijk verhoogde kans op overlijden ten gevolge van de vaccinatiecampagne. De druk neemt toe. Op 28 maart staan we weer bij de bestuursrechter voor deze dataset, maar dan tegenover het CBS. We zijn nu ruim twee jaar bezig en komen steeds dichter bij ons doel: ultieme transparantie, via de Woo. Zodat iedereen bij de data kan, gewoon in het publieke domein. Onderzoekers kunnen nu, als ze voldoen aan bepaalde criteria, toegang krijgen tot de microdata in de zogenaamde ‘CBS-omgeving’. Maar daarin zijn wij niet geïnteresseerd. Het CBS heeft wel geprobeerd ons in die richting te bewegen, en gezegd dat we daarvoor een aanvraag konden indienen. Mogelijk om het Woo-traject te ontmoedigen. Maar wij willen échte transparantie. Wij willen niet tot de orde van geprivilegieerden behoren die bij de data kan.”

“Transparantie is de enige garantie tegen tirannie”, gaat Wentzel verder. “Dát is wat mij drijft. Ik ben een techneut, en was de afgelopen jaren eigenlijk iets anders van plan met mijn tijd. Maar uiteindelijk heb ik daar slechts 20 procent aan kunnen besteden en 80 procent is in de missie van de stichting BMRK gaan zitten. Maar het is de moeite waard. Als wij deze zaak winnen, kan VWS nog in hoger beroep gaan bij De Raad van State. Dat zou de boel met een jaar kunnen vertragen. Maar dat zou een beschamende zet zijn van het ministerie, want de vraag wordt dan: wat hebben ze te verbergen? Als die coronavaccins zo goed zijn geweest, dan kun je dat toch gewoon laten zien. Waarom zou je dat niet doen als overheid?”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *