“In een wereld waar vragen niet meer worden gesteld, heerst de stilte van de oversterfte. De vaccins, ooit een belofte van hoop, zijn nu een schaduw van wanhoop die ons dwingt de fundamenten van onze keuzes te heroverwegen. Terwijl de cijfers ons waarschuwen, blijven de stemmen van de twijfelaars verstomd in een dystopische symfonie van onwetendheid.”
Immunoloog en voormalig vaccinontwikkelaar Theo Schetters over een vraag die nog altijd onvoldoende wordt gesteld.
In een nieuwe aflevering van De Nieuwe Wereld TV gaat filosoof Ad Verbrugge in gesprek met immunoloog en voormalig vaccinontwikkelaar Theo Schetters over een vraag die nog altijd onvoldoende wordt gesteld: waarom worden de coronavaccinaties voortgezet, terwijl de oversterfte aanhoudt en fundamentele vragen onbeantwoord blijven? Het gesprek vormt een brede analyse van sterftecijfers, vaccinatie-effecten, wetenschappelijke methodologie en de rol van instituties en politiek sinds het uitbreken van de coronapandemie.
COVID is niet voorbij
Volgens Verbrugge en Schetters is COVID allesbehalve een afgesloten hoofdstuk. Niet alleen omdat er nog steeds wordt gevaccineerd, maar vooral omdat er sinds 2021 sprake is van een structurele oversterfte in Nederland en andere westerse landen. Die oversterfte, zo betoogt Schetters, bedraagt gemiddeld 8 tot 10 procent per jaar, wat neerkomt op ongeveer 10.000 extra sterfgevallen per jaar in Nederland. Opvallend is dat deze trendbreuk niet kan worden verklaard door vergrijzing, omdat daar statistisch al voor is gecorrigeerd.
De grafieken die Schetters bespreekt – onder andere afkomstig van sterftemonitor.nl – laten zien dat de sterfte vanaf 2021 structureel hoger ligt dan in de jaren vóór de pandemie. Waar eerdere fluctuaties binnen de bandbreedte van normale variatie bleven, stapelt de sterfte zich sindsdien jaar op jaar op. Dit is een duidelijk signaal dat er “iets fundamenteels is veranderd”.
2020: crisis of overschatting?
Terugkijkend op 2020 stelt Schetters dat dit jaar achteraf gezien geen uitzonderlijk sterftejaar was. Hoewel er in het voorjaar een duidelijke piek in ziekenhuisopnames zichtbaar was, zakte deze snel weer weg en bleef de totale sterfte binnen historische marges. Hij plaatst vraagtekens bij de mate van paniek die destijds ontstond en wijst erop dat ziekenhuiscapaciteit deels kunstmatig werd vrijgemaakt door het afschalen van reguliere zorg.
Daarnaast stelt hij dat griep en COVID in het begin van de pandemie door elkaar zijn gaan lopen. Omdat vrijwel alle testcapaciteit op COVID werd ingezet, werd sterfte vaker aan COVID toegeschreven, terwijl andere infecties mogelijk eveneens een rol speelden. Dit maakt de interpretatie van COVID-sterfte in 2020 problematisch.
Vaccinatie en veranderende sterftepatronen
Een belangrijk punt in het gesprek is de observatie dat na de start van de vaccinatiecampagnes sterftepatronen zijn verschoven. Schetters wijst erop dat sterftepieken na 2021 eerder in het seizoen optreden dan voorheen. Hij suggereert dat gevaccineerden mogelijk kwetsbaarder zijn geworden voor wintervirussen en benadrukt dat er geen duidelijke daling zichtbaar is in de zogeheten all-cause mortality – sterfte door alle oorzaken.
Juist deze maat, stelt hij, is cruciaal. All-cause mortality is niet afhankelijk van diagnoses of etikettering en kent slechts één uitkomst: iemand overlijdt of niet. Een effectieve en veilige vaccinatiecampagne zou zichtbaar moeten leiden tot een daling van deze totale sterfte, maar die ziet hij niet terug in de data.
Oversterfte onder jongeren
Hoewel de meeste extra sterfte voorkomt bij ouderen, besteden de sprekers ook aandacht aan jongeren. In absolute aantallen is de sterfte daar laag, maar procentueel zijn de stijgingen groot. Schetters verwijst naar cijfers van Amerikaanse verzekeringsmaatschappijen die melding maakten van fors hogere uitkeringen in de werkende leeftijdsgroep. Zulke cijfers zijn moeilijk te verklaren met alleen leefstijlveranderingen tijdens de lockdowns.
“De data zijn binnen”
Schetters zegt dat er inmiddels voldoende gegevens beschikbaar zijn om de balans op te maken. Zijn conclusie is niet zozeer dat vaccinatie dé oorzaak van oversterfte is, maar dat er genoeg aanwijzingen zijn om te stellen dat de vaccins niet veilig genoeg zijn om zonder meer te blijven gebruiken. Vanuit dat perspectief pleit hij ervoor om vaccinaties stop te zetten totdat grondig, onafhankelijk onderzoek is gedaan.
Sterfte kort na vaccinatie
Een belangrijk deel van het gesprek gaat over waarnemingen in verpleeghuizen tijdens de eerste vaccinatiecampagnes. Interne analyses van zorginstellingen lieten zien dat een deel van de kwetsbare bewoners kort na vaccinatie overleed. Hij stelt dat deze signalen bekend waren bij zorgorganisaties, beroepsverenigingen en bijwerkingeninstituut Lareb, maar nooit systematisch zijn onderzocht of publiek zijn gemaakt.
Dat er weinig autopsieën zijn verricht bij sterfte na vaccinatie noemt hij bijzonder problematisch. Juist pathologisch onderzoek zou inzicht kunnen geven in mogelijke biologische mechanismen.
Schetters verwijst naar internationale publicaties waarin bij autopsieën spike-eiwit en ontstekingsreacties in verschillende organen zijn aangetroffen. In Nederland, zo stelt hij, ontbreekt de bereidheid om dergelijk onderzoek structureel uit te voeren, waardoor mogelijke causale verbanden buiten beeld blijven.
Het ‘healthy vaccinee effect’
Een centraal statistisch concept in het gesprek is het zogenoemde healthy vaccinee effect. Dit effect houdt in dat mensen die worden gevaccineerd gemiddeld gezonder zijn dan degenen die (nog) niet gevaccineerd worden. In de beginfase van een vaccinatiecampagne kan dit leiden tot een schijnbaar groot beschermend effect, simpelweg omdat kwetsbare mensen nog niet zijn meegenomen.
Volgens Schetters is dit effect onvoldoende meegenomen in analyses die concludeerden dat vaccinatie sterk beschermde tegen sterfte. Wanneer dit statistische voordeel verdwijnt, komt de sterfte onder gevaccineerden zelfs boven de historische verwachting uit.
Institutionele blokkades en politieke framing
Het gesprek mondt uit in stevige kritiek op instituties zoals de Gezondheidsraad, het RIVM en de overheid. Schetters stelt dat kritische rapporten en studies structureel worden genegeerd en dat de boodschap “veilig en effectief” een politiek dogma is geworden, losgezongen van wetenschappelijke discussie. Twijfel wordt niet meer gezien als onderdeel van wetenschap, maar als bedreiging van beleid.
Tegelijkertijd ziet hij tekenen van verandering, onder meer bij jongere onderzoekers en in het buitenland, waar kritischer naar vaccinatiebeleid wordt gekeken.
Conclusie
De kern van het gesprek tussen Verbrugge en Schetters is een oproep tot openheid, onafhankelijk onderzoek en herwaardering van wetenschappelijke twijfel. Zij betogen dat structurele oversterfte serieus onderzocht moet worden, dat vaccinatie niet bij voorbaat als onschuldige factor mag worden uitgesloten en dat doorgaan met vaccineren zonder deze vragen te beantwoorden wetenschappelijk en moreel problematisch is.
Volgens hen ligt de echte les van het coronatijdperk niet alleen in medische cijfers, maar in de manier waarop wetenschap, politiek en communicatie met elkaar zijn verweven geraakt – en hoe moeilijk het is geworden om dat samenspel kritisch te bevragen.

