• zo. dec 21st, 2025

Resultaten studie klimaatschade blijken specifieke belangen te behartigen

Klimaatschade is volgens de deskundigen van het Klimaatexamen goed voor maar liefs 20 procent van de wereldwijde economie. Eenmaal thuis was het niet moeilijk om de bron van de 38.000 miljard dollar aan schade terug te vinden. Volgens CarbonBrief, een Brits platform over klimaatverandering, was de paper (het ging dus niet om meerdere ‘studies’ zoals de vraag suggereerde) de op een na meest besproken klimaatpaper wereldwijd in 2024. De drie auteurs zijn allen verbonden aan het Potsdam Institute for Climate Impact Research (PIK), een instituut dat zeer invloedrijk is, maar ook bekend staat om het maken van alarmistische claims (het een kan verband houden met het ander).

Het resultaat van de PIK-studie, die verscheen in topblad Nature, kan zonder meer spectaculair genoemd worden. De 20 procent in 2050 is al exceptioneel, voor 2100 schatten de auteurs de schade aan de economie zelfs op 60 procent. De Nederlandse klimaateconoom Richard Tol komt in recent werk niet verder dan een kleine 2 procent aan schade bij een opwarming van 2,5 graden, iets dat in 2050 vermoedelijk nog niet bereikt zal zijn. Nobelprijswinnaar economie (2018) William D. Nordhaus komt tot vergelijkbare schattingen en hij liet in zijn Nobelrede expliciet zien dat bij ambitieus beleid (onder de twee graden proberen te blijven) de kosten van klimaatbeleid juist aanzienlijk hoger zijn dan de kosten van de klimaatverandering.

Waarom koos het Klimaatexamen ervoor een vraag te baseren op slechts één studie, terwijl er talloze studies gepubliceerd zijn die tot veel lagere schattingen van klimaatschade aan de economie komen? De vraag stellen is ‘m beantwoorden: de studie levert het gewenste antwoord op, namelijk dat we beter nu kunnen stoppen met fossiele brandstoffen. Dat zou dus veel goedkoper zijn dan de schade afwachten. Dit is het antwoord dat klimaatactivisten willen horen.

Naast veel media-aandacht werd de PIK-studie ook gretig omarmd door het Network for Greening the Financial Sector (NGFS), een internationaal samenwerkingsverband van Centrale Banken, waaronder de Nederlandsche Bank. Dit netwerk stelt klimaatscenario’s op voor banken om te kunnen bepalen hoe groot de klimaatrisico’s voor banken zijn of kunnen worden. In november 2024 (de PIK-paper verscheen in april) hebben centrale banken en andere toezichthouders wereldwijd, onder auspiciën van NGFS, een klimaatschade-functie opgenomen in hun klimaat-toolkit, gebaseerd op de dramatische schadeschattingen uit de PIK-paper, die strengere klimaatdoelstellingen voor banken kan rechtvaardigen, die boetes voor banken in Europa kan opleveren en die ertoe kan leiden dat banken extra kapitaalvoorraden moeten aanhouden. Dat laatste kan leiden tot hogere rentes voor de markt en dat kan economische groei juist remmen.

Kortom, een spectaculair paper, gepubliceerd in een wetenschappelijk toptijdschrift, direct omarmd door de financiële wereld. Vorige week, echter, op 3 december, werd de paper teruggetrokken (retracted). Voor ingewijden was het niet onverwacht, want afgelopen augustus verschenen er in hetzelfde Nature al twee studies die de PIK-studie zwaar bekritiseerden en de auteurs zelf gaven ook toe dat er fouten in hun studie zaten. Dit kreeg echter heel wat minder media-aandacht.

Econometrie

De studie probeert allerlei temperatuur- en neerslagvariabelen aan elkaar te koppelen in 83 landen en ruim 1600 regio’s, en gebruikt data uit de periode 1960 t/m 2019. “In feite kijkt de studie meer naar weer dan naar klimaat”, laat klimaateconoom en hoogleraar aan de University of Sussex Richard Tol via een videoverbinding vanuit Engeland weten. “De onderzoekers proberen namelijk kortetermijn weerschokken te koppelen aan verminderde economische groei en trekken die resultaten vervolgens door naar de toekomst aan de hand van de klimaatscenario’s van het IPCC.”

Tol is niet verbaasd dat de studie is teruggetrokken. Hij is wel verbaasd dat de studie überhaupt door de peer review heen is gekomen. Het is vrij technische materie. Volgens Tol worden er zoveel parameters gebruikt in de studie dat het gevaar van overfitting levensgroot is. Tol: “Hier is meer sprake van data mining dan van een robuuste analyse.” Volgens Tol leidt de aanpak ook tot bizarre uitkomsten. “Kleine schokken in het weer, zoals een hittegolf, kunnen volgens de onderzoekers geen effect hebben op de economie in het jaar zelf of het jaar erna, maar wel opeens tien jaar later. Dat snijdt geen hout.”

Niet verrassend is dat daarbij het al lang ontkrachte RCP8.5-scenario weer opduikt, een scenario dat zo onrealistisch is (de wereld gaat daarin de komende eeuw bijvoorbeeld tien keer zoveel steenkool gebruiken) dat gebruik ervan voor beleidsdoeleinden wordt afgeraden. Het scenario is echter ook erg aanlokkelijk voor wetenschappers omdat het garant staat voor spectaculaire resultaten en blijft daarom veelvuldig gebruikt worden.

Volgens Tol trapt de studie in de val dat arme landen vaak warm zijn. “Dat zijn veelal voormalige kolonies die om historische redenen economisch achterblijven. Dat heeft vrijwel niks met weer of klimaat te maken. Een kleine staat als Singapore doet het economisch zeer goed terwijl het ook een zeer warm klimaat heeft.”

En dan is er nog het geval Oezbekistan. Critici ontdekten dat als het land Oezbekistan, goed voor slechts 0,4 procent van het mondiale bnp werd weggelaten, het eindresultaat plotseling veel minder negatief werd. Dat duidt er uiteraard op dat de statistische analyse helemaal niet robuust is.


Source: https://clintel.nl/teruggetrokken-klimaatonderzoek-blijft-onterecht-leidend/

.


Door Clintel

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *