
Eerder deze maand stuurde de demissionaire VVD-minister Sophie Hermans (Klimaat en Groene Groei) het eindadvies van het Nationaal Burgerberaad Klimaat naar de Tweede Kamer. ‘Dit burgerberaad,’ schreef ze, ‘is tot stand gekomen via een zorgvuldig proces en in nauwe samenwerking met de Kamer. 175 Nederlanders van 17 tot 87 jaar, uit alle hoeken van het land en met uiteenlopende meningen over klimaatbeleid zijn zeven weekenden bij elkaar gekomen om samen dit advies te maken. Ook de Kamer is van begin tot eind nauw betrokken geweest, middels de door de Kamer aangestelde rapporteurs.’
Het advies van het burgerberaad bevat dertien voorstellen die volgens de organisatie door tenminste 75 procent van de deelnemers werden gesteund en nog eens tien voorstellen die op tenminste 50 procent steun konden rekenen. Die percentages blijken echter te zijn berekend met een methode die de ‘ja’-stemmers op één hoop gooit met de mensen die het niet zeiden te weten, twijfelden of blanco stemden. Het is een procedure die associaties oproept met een apocriefe quote van Jozef Stalin: ‘De mensen die de stemmen uitbrengen beslissen niets. De mensen die de stemmen tellen beslissen alles.’
.
