• do. dec 18th, 2025

In de gemeente Hulst in Zeeuws-Vlaanderen is de crisisnoodopvang (CNO) voor asielzoekers per 1 juli 2025 definitief stopgezet, nu de financiële voorwaarden van de rijksoverheid niet langer toereikend zijn om de opvang kostendekkend te blijven exploiteren. Tegelijkertijd blijft onduidelijk wanneer een nieuwe flexibele opvanglocatie aan de Spoorweg gerealiseerd kan worden, waardoor de opvangvraag voor asielzoekers en ontheemden in de regio voorlopig onverminderd hoog blijft.

Sinds oktober 2022 bood de voormalige zwemzaal Reynaertland in Hulst onderdak aan asielzoekers in het kader van de crisisnoodopvang. De locatie bood tijdelijk een veilige plek voor mensen die in afwachting waren van opvang elders in Nederland, maar moest volgens de gemeente sluiten nadat het ministerie van Asiel en Migratie het dagtarief voor crisisnoodopvang substantieel verlaagde. Het nieuwe, per 1 juli ingevoerde tarief van 88 euro per persoon per dag werd door het gemeentebestuur als niet meer kostendekkend bestempeld, waardoor voortzetting van de opvang niet haalbaar was zonder extra middelen uit de gemeentelijke begroting te gebruiken. Dat is volgens burgemeester en wethouders geen optie; Hulst wil geen extra belastinggeld inzetten voor de exploitatie van opvanglocaties. De gemeente betreurt de sluiting, maar stelt dat gesprekken met het ministerie en het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) over alternatieve oplossingen geen resultaat hebben opgeleverd.

Met de beëindiging van de crisisnoodopvang worden de huidige bewoners door het COA verspreid over andere opvanglocaties in het land. Dit past binnen het bredere landelijk beeld van een opvangsysteem dat onder aanzienlijke druk staat door een combinatie van langere asielprocedures, tekorten aan opvangplekken en de noodzaak om capaciteit gelijkmatig te verdelen. Het COA en gemeenten werken landelijk samen om deze knelpunten te adresseren, maar concrete oplossingen blijven vaak achter bij de vraag.

Naast de sluiting van de crisisnoodopvang werkt de gemeente Hulst al enige tijd aan plannen voor een nieuwe flexibele huisvestingslocatie aan de Spoorweg voor zowel asielzoekers als vluchtelingen uit Oekraïne. Deze plek zou ruimte moeten bieden voor ongeveer 100 asielzoekers en 150 Oekraïense ontheemden. Het idee is dat deze opvang tijdelijk is en – zodra de crisis voorbij is – gebruikt kan worden voor andere groepen met dringende huisvestingsbehoeften, zoals arbeidsmigranten, statushouders of starters. Hulst ziet dit als een manier om met “regie in eigen handen” invulling te geven aan de landelijke opvangopgave, met het oog op zowel humanitaire verantwoordelijkheid als lokale belangen.

De plannen voor de flexibele opvang zijn echter vertraagd geraakt door praktische en administratieve obstakels, waaronder het verkrijgen van de benodigde omgevingsvergunningen, gesprekken over contracten met het COA en bezwaren van omwonenden. Hoewel de eerste stappen voor vergunningverlening al in 2024 zijn gezet, ontstond er onduidelijkheid en discussie rond de precieze invulling en planning, waardoor de locatie naar verwachting niet vóór het tweede kwartaal van 2026 in gebruik kan worden genomen.

Buurtbewoners en betrokkenen hebben eerder bezwaar aangetekend tegen de plannen voor de opvang aan de Spoorweg, wat de besluitvorming verder heeft vertraagd. Sommige omwonenden zeiden zich overvallen te voelen door de voorgenomen plannen en uitten zorgen over onder meer veiligheid, voorzieningen en de impact op de leefomgeving. De gemeente heeft aangegeven dat zij in gesprek blijft met belanghebbenden en dat er inspraakmogelijkheden zijn om vragen en zorgen te adresseren, maar de onzekerheid blijft voor veel inwoners bestaan.

Het Zeeuwse opvangprobleem staat niet op zichzelf. Diverse gemeenten in Nederland stellen beslissingen over nieuwe opvanglocaties uit tot na de gemeenteraadsverkiezingen, omdat het onderwerp sociaal en politiek gevoelig ligt. Dit belemmert de voortgang van plannen om de landelijke opvangverplichting te realiseren en draagt bij aan de huidige stagnatie. Tegelijkertijd ondervinden lokale overheden een gebrek aan duidelijkheid en ondersteuning vanuit Den Haag over de verdeling van opvangverplichtingen en de financiële dekking daarvan.

In de tussentijd blijven de opvanglocaties in de regio, zoals noodopvangcentra voor vluchtelingen op andere plaatsen in Zeeland, gezocht worden als alternatief. Schouwen-Duiveland werkt bijvoorbeeld aan een noodlocatie langs de N59, terwijl andere Zeeuwse gemeenten plannen hebben voor opvang van verschillende groepen. Dit laat zien dat de druk op de opvangcapaciteit nog steeds groot is en dat gemeentes op verschillende manieren proberen bij te dragen aan de landelijke opgave.

Voor Hulst betekent de sluiting van de crisisnoodopvang en de vertraging in de uitvoering van de Spoorweg-locatie dat de opvangopgave in de nabije toekomst vooralsnog in andere gemeenten wordt gerealiseerd. Burgemeester, wethouders en ambtenaren blijven de ontwikkelingen nauwgezet volgen, bereiden verdere stappen voor en onderhouden contact met inwoners, het COA en landelijke instanties om de lokale rol in de opvangproblematiek volgens de afgesproken kaders in te vullen.

Met de opvanglocatie aan de Spoorweg nog steeds in voorbereiding en de landelijke discussie over asielopvang onverminderd actueel, blijft de situatie rond opvang in Hulst en de rest van Nederland dynamisch en in beweging.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *