
Het is alsof je een ruzie met de buren probeert te sussen door te dreigen met een molotovcocktail. Nee, Francken: woorden als deze brengen geen veiligheid, maar zetten de lont aan het kruitvat.
Feiten zijn geen vrijbrief voor dreigementen
Francken heeft op zich een punt als hij wijst op Ruslands militaire opbouw:
“Hun oorlogseconomie produceert vier keer meer munitie dan de hele NAVO samen.”
Dat klopt – Moskou heeft zijn wapenindustrie fors opgeschaald. Maar in plaats van te pleiten voor diplomatie en ontwapening, kiest Francken voor spierballentaal. Hij hamert op “harde gevolgen” en “onmiddellijke afschrikking”.
Woorden kunnen wapens zijn – en in verkeerde handen veroorzaken ze schade nog vóór het eerste schot is gelost.
Europa moet de toon veranderen
Europa heeft leiders nodig die bouwen aan vrede, niet aan bedreigingen.
Meer geld naar onderwijs en zorg, minder naar raketten en defensiespektakel.
Meer onderhandelingstafels en minder militaire parades.
Francken’s waarschuwing dat we Rusland niet moeten onderschatten, is terecht – maar zijn oplossing is waanzin. Dreigen met nucleaire vergelding is geen defensiebeleid, het is politiek pyromanie.
We hebben diplomaten nodig, geen generaals met Twitter-vingers.
We hebben bruggenbouwers nodig, niet politici die met retorische raketten gooien.
Een les voor Den Haag
Ook in Nederland zien we dezelfde neiging. Onze eigen Jettens en Brekelmannetjes praten graag over “Europese verantwoordelijkheid”, maar stemmen vaak in met beleid dat de spanningen alleen vergroot.
Vrede sluit je niet met wapens, maar met woorden.
Franckens uitspraken tonen precies wat er misgaat in Europa: te veel borstklopperij, te weinig bezinning.
.

