• vr. dec 5th, 2025

Omdat alle genociden zijn begonnen met het klassificeren van de beoogde slachtoffers, moeten we oppassen niet dezelfde fouten te maken. In dit deel wordt dat bevestigd. Hetzelfde geldt voor de tweedeling als gevolg van het onderscheid in mensen en niet-mensen. Je kunt niet zomaar zeggen dat iemand wiens blik je niet aanstaat wel een holdode koker zal zijn. Het kan net zo goed iemand zijn die allerlei schade en trauma’s heeft opgelopen en een eenzaam en introvert levenspad heeft gekozen.

Anderzijds is de simulatie zo perfect georganiseerd, inclusief de essentiële holdode entiteiten, dat onderscheid alleen na lange en gedegen studie kan worden bevestigd. Je intuïtie volgen is goed, maar niet iedereen hoeft te weten wat je benadering van wie dan ook is. Stilte is ook een afdoend middel om duidelijkheid te krijgen.

Dag 5964 – Alles is informatie

Als je eenmaal overtuigd bent van het feit dat we niet allemaal door het leven gaan als mens, is het alsof de bliksem op dat moment inslaat. Beschik je over voldoende zelfkennis om te kunnen oordelen aan welke klassificatie je zelf voldoet? Het zal wel even slikken zijn, maar als de theorie van de 50/50 verhouding klopt, is de kans 1 op 2 dat je het niet kunt beoordelen.

Deel 4: Oordeel niet te snel

Waarom voelt het idee van zielloze mensen, in een tijd van constante afleiding, synthetische persoonlijkheden en sociale scripts relevanter dan ooit? Want misschien weten we op een bepaald niveau al dat we het hebben gezien in de ogen van vreemden die nooit meer achterom kijken. We voelden het in gesprekken die de ziel nooit raken. We hebben tussen lichamen gelopen die door iets bezield waren, maar niet door iemand en misschien gaven de occultisten alleen taal aan wat we nog niet konden beschrijven. Een beklemmende mogelijkheid dat niet alle mensen mensen zijn en dat sommige gewoon weerspiegelingen in de grot van Plato zijn. Schaduwen die worden geworpen om te voorkomen dat je ooit beseft dat er een wereld daarbuiten is.

In dit deel gaan we dieper in op het psychologische en spirituele gewicht van deze overtuiging. Want als je anderen als zielloos begint te zien, wat doet dat dan met je eigen ziel? Laten we het uitzoeken.

Als de theorie van organische portalen waar is, als de helft van de mensen om je heen niet echt bewust is, niet echt soeverein, niet echt levend op de manier waarop jij dat bent, wat betekent dat dan voor hoe je de wereld ziet? En nog belangrijker: wat betekent dat voor hoe je naar jezelf kijkt op het moment dat dit idee in je opkomt? Het zit niet alleen ergens vast als een abstracte curiositeit, het begint door te sijpelen in je perceptie van de werkelijkheid en kleurt elke interactie. Je begint vraagtekens te zetten bij de diepte van de reacties van mensen, de authenticiteit van hun emoties, de aanwezigheid achter hun ogen en dan komt er langzaam een verontrustend besef naar boven. Dit idee isoleert niet alleen anderen, het isoleert jou net zo goed. Psychologisch raakt deze theorie iets dieps, iets ouds. Onze behoefte om het onbewuste bij anderen te begrijpen.  Een van de krachtigste kaders om dit te begrijpen is het werk van Carl Jung. Jung introduceerde het concept van de schaduw. De delen van onszelf die we weigeren te erkennen, de eigenschappen die we onderdrukken, ontkennen of verloochenen. Volgens Jung projecteren we wat we van binnen niet onder ogen kunnen zien vaak op anderen. We zien ze als oppervlakkige, zielloze robots, niet omdat ze dat zijn, maar omdat we ons eigen gebrek aan aanwezigheid niet kunnen accepteren. Jung schreef:

 “Het kennen van je eigen duisternis is de beste methode om met de duisternis van andere mensen om te gaan. In dit licht kan het bestempelen van anderen als organische portalen een vorm van projectie worden in plaats van de confrontatie aan te gaan met ons eigen slaapwandelen, ons eigen geautomatiseerde gedrag. We externaliseren het probleem wat we zelf hebben. We zeggen dat zij de onbewuste zijn, maar wat als de holte die je bij anderen ziet slechts een weerspiegeling is van wat je in jezelf hebt verwaarloosd?”

Denk terug aan je eigen leven. Zijn er geen momenten geweest waarop je op de automatische piloot door de wereld bewoog, waar je reageerde uit gewoonte en niet uit intentie. Waar je reacties werden geprogrammeerd door opvoeding, media, trauma of angst? Functioneerde je op die momenten niet te veel als een portaal, als een repeterend script zonder waarnemer achter het scherm? We hebben allemaal op die manier geleefd en als we eerlijk zijn, moedigt het grootste deel van de samenleving het aan, dus het onderscheid tussen een ziel en een organisch portaal is misschien niet zo duidelijk als we willen dat het is. Het is misschien geen kwestie van het hebben of niet hebben van een ziel, maar van het herinneren, activeren, volledig belichamen ervan. En dat is geen permanente toestand. Het bewustzijn flikkert, het bewustzijn fluctueert, sommige zijn zwak, sommige zijn slapend, sommige zijn bedolven onder jaren van programmering en pijn. Dit is waar de filosofie ethisch gevaarlijk wordt. Want als je echt gelooft dat iemand zielloos is, welke morele verantwoordelijkheid voel je dan ten opzichte van hem/haar? Als ze niet bewust zijn, verdienen ze dan mededogen, verdienen ze begrip of worden ze wegwerpbaar? Door de geschiedenis heen is ontmenselijking altijd begonnen met metafysische onderscheidingen. Beweringen dat bepaalde groepen geen ziel hadden of geestelijk inferieur waren of biologisch voorbestemd waren om te dienen. Het kolonialisme rechtvaardigde zichzelf op deze manier.  Religieuze oorlogen werden op deze manier gevoerd. Genocide begon op deze manier, want het begint nooit met geweld, het begint met taal, met het taalgebruik, met ideologie. Met het idee dat die mensen daar, aan de andere kant van het hek eigenlijk helemaal geen mensen zijn. Dat is het donkere aspect van deze theorie. Op het moment dat je het gaat gebruiken om te stoppen met luisteren, om te stoppen met empathiseren, om te stoppen met nieuwsgierig te zijn, verandert het je in precies datgene waar het je voor waarschuwde. Het maakt je een functie van het systeem: koud, reactief, losgekoppeld. Je kunt beginnen met te proberen de portalen te herkennen, maar zonder diep zelfbewustzijn loop je het risico er zelf één te worden. Want om echt door dit gebied te navigeren, moet je de last van het onderscheidingsvermogen dragen. Je moet de paradoxale houding aannemen, dat je de mogelijkheid erkent dat sommige mensen leeg zijn en de nederigheid om toe te geven dat je niet altijd bij machte bent het te kunnen beoordelen. Je moet in staat zijn om die starende, lege blik te observeren en concluderen: “Misschien is er niemand thuis.” En desondanks toch het licht aanlaten voor het geval iemand nog wakker wordt.

Dit brengt ons bij een alternatieve interpretatie van de theorie, een die deze opnieuw formuleert. Niet als een beschuldiging, maar als een metafoor.



Source: https://herstelderepubliek.wordpress.com/2025/06/29/de-verlosser-komt-ons-voorouderlijk-geheugen-4/

.


Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *