• zo. dec 28th, 2025

Waarschijnlijk zal 2025 de geschiedenis ingaan als het jaar waarin energiebedrijven eindelijk ophielden te doen alsof er een klimaatcrisis bestaat. Tien jaar lang speelde zich een absurd theaterstuk af, waarin titanen uit de olie- en gasindustrie zich verontschuldigden voor hun kernactiviteiten en tegelijkertijd trouw beloofden aan een ‘groene transitie’, die vooral in de verbeelding van westerse bureaucraten bestond. Maar het doek lijkt nu te zijn gevallen.

ExxonMobil, een van ‘s werelds grootste energieproducenten, heeft 10 miljard dollar geschrapt uit zijn investeringsverplichtingen voor koolstofarme technologieën tot 2030. Tegelijkertijd kondigde het bedrijf aan dat het tussen 2024 en 2030 een winstgroei van 25 miljard dollar verwacht, voornamelijk dankzij een toename van de olie- en gasproductie, waardoor de dagelijkse productie tegen het einde van het decennium zal stijgen tot 5,5 miljoen vaten olie(-equivalent).

Dit is geen bedrijf dat zijn verantwoordelijkheid voor het klimaat opgeeft, maar een bedrijf dat eindelijk erkent wat al lang duidelijk was: de weg die door het klimaat-industrieel complex wordt voorgeschreven, is economisch destructief en operationeel onhaalbaar – zelfs met enorme overheidssubsidies.

Jarenlang was de wereldwijde energiestrategie surrealistisch. Bedrijven die de moderne wereld mede hebben opgebouwd op basis van energierijke koolwaterstoffen, lieten zich meeslepen door degenen die de komst van windturbines en zonnepanelen toejuichten om de beschaving van energie te voorzien. Maar de hardnekkige en meedogenloze realiteit heeft een einde gemaakt aan deze psychedelische feestvreugde.

De koolstofarme investeringen van ExxonMobil zullen “afgestemd worden op beleidsondersteuning en de vraag van klanten”, aldus het bedrijf. Dat is bedrijfsjargon dat betekent dat uitgaven voor groene projecten worden gepauzeerd, tenzij de overheid – met ons belastinggeld – het risico subsidieert of totdat er een markt bestaat.

Even veelzeggend is de terugtrekking van het bedrijf uit speculatieve technologieën zoals koolstofafvang en -opslag en waterstofhubs. Megaprojecten, ooit aangekondigd als de toekomst, staan nu op de lijst voor uitstel. Waarom? Omdat zonder belastinggeld het economisch gezien simpelweg niet haalbaar is om plantenvoedsel als kooldioxide onder de grond op te slaan – en het druist ook in tegen het gezond verstand.

De energiesector schakelt over van een strategie van ‘koste wat het kost, schoon groeien’ naar ‘eerst rendement, dan transitie’. ‘Groene’ projecten worden gedegradeerd tot een secundaire activiteit – een symbolisch gebaar voor goede PR in plaats van een kernactiviteit.

Het Europese Shell en Aker BP en het Canadese Enbridge hebben zich teruggetrokken uit het Science Based Targets Initiatief om ‘wetenschappelijk onderbouwde emissiereducties’ vast te stellen. Dit initiatief werd omschreven als een ‘geloofwaardig, wetenschappelijk onderbouwd netto-nul-kader’, maar er was noch geloofwaardigheid, noch wetenschap. Het was een politiek zelfmoordpact. De energiegiganten keken naar de rand van de afgrond en weigerden te springen.

De Britse multinational BP, die zijn belofte om Beyond Petroleum te gaan, heeft opgegeven, heeft zijn uitgaven voor olie en gas verhoogd en zijn doelstellingen voor hernieuwbare energie afgezwakt.

ENEOS Holdings, een Japanse raffinaderij, heeft zijn doelstellingen voor waterstofproductie geschrapt, waarbij CEO Tomohide Miyata uitlegde dat “de verschuiving naar een koolstofneutrale samenleving lijkt te vertragen”.

Deze U-Turns betekenen een renaissance voor realistisch beleid. Onze energiebehoefte verdwijnt niet omdat politici toespraken houden op klimaattoppen, bedrijven geld toewijzen aan ESG-programma’s of regeringen proberen het verbruik en de keuze van apparaten en auto’s te controleren.

Het heroverwegen van de, onvermijdelijk gedoemde, ‘groene’ transitie is een overwinning voor de alleenstaande moeder in de VS die probeert te sparen voor verwarming in de winter en voor de kleine ondernemer in het VK wiens marges worden verpletterd door (bijna) de hoogste commerciële elektriciteitstarieven ter wereld. En voor de miljarden mensen in ontwikkelingslanden zou deze ommezwaai de redding kunnen betekenen van structurele armoede.

De vraag is nu of regeringen zullen erkennen wat bedrijven al duidelijk hebben gemaakt: dat de energietransitie een fantasie was, doorspekt met wetenschappelijke taal en gehuld in moralistische praatjes. Of zullen ze doorgaan met het verhogen van subsidies en regelgeving?

Het is zeer waarschijnlijk dat er een tweedeling zal ontstaan: enerzijds westerse bureaucratieën, met name in Europa, die met regelgeving en belastingen hun economische neergang voortzetten, en anderzijds pragmatische regeringen, veelal in Azië, die welvaart nastreven met brandstoffen en technologieën die werken.


Source: https://clintel.nl/de-ineenstorting-van-de-energietransitie-kan-leiden-tot-een-wereldwijde-tweedeling/

.


Door Clintel

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *