De dertig huishoudhulpen van Het Poetsbureau hebben van de Arbeidsrechtbank ongelijk gekregen in hun strijd voor meer loon. Het personeel claimde dat hun werkgever een afgesproken cao niet volgde. De rechtbank stelt nu dat dat niet mogelijk is omdat Het Poetsbureau dan de wetgeving van de loonnorm, die hoger staat in gerechtelijke hiërarchie, zou overtreden.
Vorige maand trokken dertig huishoudhulpen tegen hun werkgever Het Poetsbureau naar de Arbeidsrechtbank in Hasselt. Samen met de vakbonden ACV, ABVV en ACLVB klaagden ze aan dat hun lonen niet correct worden uitbetaald en dat er misbruik van RSZ-middelen is. Het Poetsbureau past het systeem van arbeidsduurvermindering voor haar voltijdse werknemers toe. In ruil krijgt het bedrijf een RSZ-korting. Een sectorale cao verplicht hen om die middelen te gebruiken voor loonsverhoging van de huishoudhulpen. Alleen loopt het daar mis volgens de vakbonden en het personeel. De Huishoudhulpen zouden dan ruim 8% bruto loonsverhoging moeten krijgen of ruimschoots meer dan wat de loonnorm (0,4%) toelaat.
Onmisbare steunpilaar
De rechtbank oordeelt nu dat Het Poetsbureau de wetgeving wel degelijk volgt. Zo primeert de loonnormwet op de sectorale cao. Kortom, de loonnormwet staat hoger in de gerechtelijke hiërarchie dan de cao. Toch toont de rechtbank ook sympathie voor de huishoudhulpen in het vonnis. “Ze zijn een onmisbare steunpilaar in het leven van de vele gezinnen, ouderen, alleenstaanden en zorgbehoevenden waar zij dag in dag uit het beste van zichzelf geven. De rechtbank oordeelt evenwel dat zij het door de loonnorm-K.B.’s vastgelegde wettelijk kader dient toe te passen.”
De vraag zal nu opduiken of dit voor de hele sector van toepassing is. “Die afweging die rechter maakt in dit vonnis, moet geval per geval gemaakt worden”, verduidelijkt woordvoerder van de arbeidsrechtbank Luc De Cleir.