ROTTERDAM / DEN BOSCH – Nadat het noodlottige ongeval met een Stint in Oss in 2018 vier jonge kinderen het leven kostte, begint dinsdag in Den Bosch eindelijk de strafzaak. De families van de slachtoffers en de overlevenden — die al zeven jaar in onzekerheid leven — zien er met verwachte opluchting en spanning naar uit.
Het drama begon op 20 september 2018 toen een elektrische bolderkar van het type Stint een spoorwegovergang passeerde en werd aangereden door een trein. Vier kinderen — Dana (8), Liva (4), Fleur (6) en Kris (4) — overleefden het ongeluk niet. Een 11-jarig meisje en de begeleidster raakten zwaargewond.
De nabestaanden — vertegenwoordigd door de stichting Namens de Familie — laten weten dat het starten van de rechtszaak “eindelijk duidelijkheid” kan brengen over wat er precies is misgegaan. “Ze zijn er enorm aan toe dat het proces gaat beginnen. Dat er eindelijk mensen ter verantwoording worden geroepen,” aldus woordvoerder Lars Walder in de media.
Zes dagen rechtbank: technisch dossier en emotionele verhalen
De rechtszaak is vooralsnog gepland over zes dagen. Volgens betrokkenen zal de behandeling intens en zwaar zijn — niet alleen vanwege de omvang van het dossier, maar vooral door de emoties die opnieuw zullen opspelen.
Het proces richt zich op de rol van twee bedrijven en twee leidinggevenden die verantwoordelijk worden gehouden voor de productie en verkoop van de Stint. De kernvraag is of de Stint in de vorm zoals die in 2018 op de weg werd gebruikt — zonder voldoende remconstructie, zonder startbeveiliging, zonder opstartbeveiliging of aanwezigheidsdetectie — ooit veilig was voor vervoer van kinderen. Ook is er volgens het Openbaar Ministerie (OM) sprake van mogelijke valsheid in geschrifte: het verdoezelen van technische tekortkomingen.
De zaak zal aantonen of producenten en verantwoordelijken nalatig zijn geweest, en of zij de veiligheid van gebruikers – kwetsbare kinderen – hebben veronachtzaamd. Veel aandacht zal uitgaan naar de vraag hoe het zover heeft kunnen komen en welke veiligheidsmaatregelen ontbraken.
Nabestaanden willen sprekenrecht
Op donderdag, halverwege de strafzitting, zullen de ouders van de omgekomen kinderen en de overlevenden — het zieke meisje en de begeleidster — gebruik maken van hun spreekrecht. Daarbij willen zij hun persoonlijke verhaal doen: vertellen wat het verlies met hen heeft gedaan, hoe het dagelijks leven nog steeds getekend is door verdriet en trauma, en laten voelen wat het betekent als een product op de markt komt, dat volgens hen onvoldoende veilig is.
Walder benadrukt dat het drama veel verder reikt dan de direct betrokken families: “Dit is zo’n ongeval dat iedereen in Nederland zich nog kan herinneren. Het zit in ons nationale geheugen gegrift.”
Tegelijkertijd: technische discussie over veiligheid en regelgeving
De zaak is complex. Volgens eerdere onderzoeken voldeed de Stint niet aan basale veiligheidsnormen: er zou geen degelijke remschakelaar aanwezig zijn, geen aanwezigheidsdetectie, en de gashendel werkte niet adequaat. Ook de opstartbeveiliging zou ontbreken.
De verdediging krijgt daarom veel aandacht voor technische details. Volgens sommige betrokkenen is de zaak “vol technische details”, maar voor velen geldt dat er vooral één vraag centraal staat: hoe kon het tragische drama in Oss gebeuren?
Als de rechtbank veroordeelt, kunnen de consequenties groter zijn dan enkel financiële schadevergoeding. Het kan leiden tot strengere regels voor elektrische kinder- en BSO-vervoerkarretjes, en tot grote veranderingen in de ontwerp- en productie-eisen voor dit soort vervoermiddelen.
Een generatie ouders wacht op gerechtigheid
Voor de nabestaanden en slachtoffers is dit proces een keerpunt — een eerste stap in de richting van verantwoording en erkenning. De herinnering aan de vier kinderen die stierven, is nog altijd pijnlijk actueler dan ooit.
Voor hen is het niet slechts een juridische kwestie, maar een morele. Zij hopen dat de rechtszaak duidelijkheid brengt, nadruk legt op veiligheid en verantwoordelijkheid — en dat het misschien voorkomt dat een dergelijk drama ooit opnieuw gebeurt.
Het Openbaar Ministerie en rechtbank zullen in de komende dagen gedegen de feiten, technische rapporten en getuigenverklaringen verkennen. Daarna zal blijken welke conclusies getrokken kunnen worden over schuld, nalatigheid en aansprakelijkheid — en welke lessen de kinderopvang, fabrikanten en wetgever trekken uit het noodlottige ongeluk dat Nederland al jaren niet loslaat.