Dag 5951 – Vredesmissies en pijplijnoorlogen
Wie probeert de geschiedenis van zijn voorouders te achterhalen, stuit altijd op dat punt waarop de derde stand verdwijnt en de tweede en eerste stand het overnemen.
Is dat nu eens fijn cryptisch uitgedrukt?
U mag zelf uitzoeken wat hiermee wordt bedoeld. Per slot van rekening zijn de meesten van u op de hoogte wat er met het woord “standsverschil” wordt bedoeld. De periode van ruim 2 eeuwen – van 1800 tot en met 2025 – kenmerkt zich door een eindeloze serie inhumane kwellingen ten tijde van “vooruitgang”. De combinatie van beiden levert een berg geschiedvervalsing op. Neem alleen al de strijd tegen de elementen die onze landaard zo zou kenmerken. Tweehonderd jaar lang worden de Lage Landen geteisterd door stormen met orkaankracht, door overstromingen, door dijkdoorbraken. Gevolgd door ziekten als de Groningse Ziekte, de Zeeuwse Koorts, moeraskoorts, malaria dus. Onverbiddelijk gepaard gaande met hongersnoden en andere ziekten. Torenhoge kindersterfte van minimaal 50% en een gemiddelde leeftijd van de ouders van 35 à 45 jaar. Mensen vluchtten blijkbaar de steden in, waar ze bij bosjes omkwamen van cholera, difterie, tyfus, pest en TBC. Op het platteland heersten decennia lang runderpest, mond- en klauwzeer, TBC onder dieren, longpest, overal ging het vee aan dood, met als gevolg hongersnood en verpaupering. De ene na de andere crisis, je snapt niet hoe in dit moerasgebied nog iets tot stand kon worden gebracht met een volkomen verzwakte bevolking als gevolg van al deze rampspoed. Natuurlijk, we zouden er sterker van zijn geworden, om zo tegen de verdrukking in topprestaties te leveren. In 1883 bijvoorbeeld was er in Amsterdam een grote wereldtentoonstelling, terwijl de bevolking om de hoek aan het creperen was. Dit soort tegenstrijdigheden kun je alleen maar wegmasseren door een briljante uitvinding: het verplichte onderwijs. Kinderen moet je de eerste 7 jaar zindelijk maken en de volgende 7 jaar volproppen met informatie, lees: verzinsels en discipline. Met 15 kunnen ze aan het werk, hopelijk houden ze het dan 20 tot 30 jaar vol. Door ze arm en behoeftig te houden, waren ze gedwongen veel nageslacht te produceren, als oudedagsvoorziening. De dominee en de pastoor gaven onvruchtbare echtparen de mentale doodstraf door hun wekelijkse praatje hel en verdoemenis te ventileren. Mochten de werkpaarden van de vooruitgang, die teveel nageslacht overleefden toch nog wat ouder worden, dan ontwikkel je daar een verdienmodel voor.
De rampen die zich voltrokken waren niet alleen van natuurlijke of medische aard. Er is ook 2 eeuwen lang sprake van oorlogen, opstanden, revoluties, genocides en soms massale volksverhuizingen. Tenminste, volgens wat we min of meer op school hebben geleerd. Er is een aantal “rode draden” door die twee eeuwen geschiedenis te vinden. De zogenaamde “Industriële Revolutie” ging gepaard met een niet te stoppen afbraak van de leefomgeving. Vervuiling is vooruitgang, vergiftiging is genezing, oorlog is een vredesoperatie. Deze rode draden zijn:
- Zware stormen en overstromingen;
- Stadsbranden en oorlogsschade;
- Epidemieën die mens en dier treffen;
- Hongersnoden;
- Kindersterfte;
- Oorlogen.
De Nederlander en zijn “oorlogen”.
Met name over dat punt 6 wil ik het even hebben. Over de Nederlandse gevechtsbereidheid, kadaverdiscipline en oorlogsmentaliteit. Iets wat je tegenwoordig vooral terug ziet in het ambtelijk staatsapparaat, dat niet alleen bereid is kinderen naar het front te sturen, maar ook de achterblijvende landgenoten met genoegen tegen de muur zetten. Pas afgestudeerde psychologiestudenten, die zonder hinderlijke praktijkervaring zichzelf plotseling tegenkomen als minister in een Hitlerkabinet nummer zoveel1.

Hijs een Nederlander in een uniform, geef hem een plaats in de pikorde en het wordt een heel ander wezen. Ik zeg wezen, want iemand die in een uniform wil, is al gekloond of gechipt, in ieder geval geïnfecteerd zonder het in de gaten te hebben. Je trekt een uniform aan als de ziel plaats heeft gemaakt voor remote control vanuit de onderwereld2. Het begint natuurlijk al met de padvinderij en zeeverkenners. De helft van het ambtenarendom loopt in een uniform rond. Sommigen zijn bereid gevaar te lopen in een oorlogsgebied, maar de meeste dooie dienders zijn druk met het onder schot houden met ongewapende staatsburgers. Rauter’s National Polizei – inclusief de Klompenbrigade van Wilhelmina, i.e. de Marechaussee – telt twee keer zoveel dooie dienders als de landmacht. Met de grootste moeite kan men 1 brigade van 3.000 man gemobiliseerd krijgen, hetgeen overigens niet wil zeggen dat ze volledig zijn uitgerust voor oorlogshandelingen. Daarnaast hebben we een uitgebreide en goed georganiseerde Vijfde Colonne gluiperds, die hun uniformen alleen voor feestgelegenheden aantrekken, maar hun “werk” in burgerkledij uitvoeren. Ik heb begrepen dat er zelfs een speciaal team is opgericht om de advocatuur in dit land uit te schakelen door tegenstanders van de staat “soevereinen” te noemen en ze vervolgens met een wetje in de hand beschuldigen van terrorisme. Jazeker, de “Staat der Nederlanden” is volledige geradicaliseert en doet precies dat wat bij wet is verboden.
Terug naar onze vechtmachine.
Er is eens een boekje verschenen, waarin gedetailleerd uit de doeken wordt gedaan hoe de laatste 200 jaar de Nederlanders hebben geleden aan een besmettelijke infectie: “Het misplaatste Oranje Boven gevoel”.6 “Het falen van het politiek-militaire systeem in Nederland en Nederlands-Indië: 1825-1995.” De inleiding van het boek spreekt als het ware boekdelen en waarom de waarachtige Hollander dit nooit gaat lezen. Het militarisme zit niet in de volksaard, maar des te meer in de aard van de politieke aangestelden, onder invloed van een stille macht waar ze alles aan hebben te danken – materieel gezien dan. Of erdoor worden gechanteerd. In het boekje, wat bijna niet meer is te krijgen, wordt een opsomming gegeven van 200 jaar lang strijd en de resultaten ervan. Het begint met de oorlog op Java in 1825 en eindigt met Srebrenica in 1995. Het gaat over een groot aantal “casussen”, die worden beschreven. Het politiek correcte “falen van het management” is de oorzaak van alle nederlagen. U leest het goed: wij hebben met onze vechtmachine slechts nederlagen geleden. De afgang van de laatste koloniale oorlog in Indonesië wordt dan ook een “diplomatieke nederlaag” genoemd. Net zoiets als de moordcampagnes die “politionele acties” werden genoemd. Alle slechte nieuws worden “excessen” genoemd, incidenten, die best wel meevielen, gezien het feit dat we daar hadden tye maken met de mensonterende behandeling van de Indonesiërs door hun eigen landgenoot/terroristen. De meest recente oorlogen en moordexpedities die de Hollandsche Leeuw heeft uitgevochten zijn “vredesmissies” geweest. Het luchtmachtpersoneel verdient speciale aandacht. De mentaal verweekte, kleurloze Nederlander komt het best tot zijn recht achter een stuurknuppel of zelfs achter een computerscherm een drone besturen: “drone bestuurt drone”. Het laffe afwerpen van bommen op burgers (want dat is wat er geburt, militaire voltreffers zijn collateral successes) is het toppunt van onmenselijke minderwaardigheid, je hebt nog zelden zulke uitgedroogde klootzakken meegemaakt als dit soort “helden in de lucht”. Afijn, dat boekje zou u eens moeten aanschaffen, ware het niet dat het zowat niet meer is te krijgen. Zelfkritiek is een oorlogshandeling tegen de staat, nietwaar? Inleiding:
“De onderzochte casussen zijn over bijna 2 eeuwen verspreid. Tussen de toenmalige politiek verantwoordelijke baas van het leger, koning Willem I en de huidige minister van defensie, liggen dan ook heel wat generaties en kunnen grote verschillen worden opgesomd. Toch hebben zij op zijn minst één ding gemeen en dat is dat zij dragers zijn van het mysterieuze Oranje Boven-gevoel. Het is dat typische gevoel van de waarachtige Hollander, die van cirkels even vierkanten maakt. Naast een solidariteitsgevoel behelst het tegelijkertijd het onderschatten van een situatie en het gevoel van “hier is de Nederlandse Leeuw die het zal klaren”. Om daarna dikwijls met de staart tussen de benen te moeten vertrekken. Dit Oranje Boven-gevoel blijkt een bijna constante factor te zijn in het politieke en militaire leven van de Haagse besluitvormers en in dat van hun vroegere collega’s in het Batavia van weleer. De invloed van deze constante factor moet op een of andere manier steeds weer in de besluitvorming terug te vinden zijn. Maarten C. Hoff – 1998″7
De huidige minister van Defensie – vroeger heette zo iemand “Onzen Minister van Oorlog” – heeft uiteraard niets in te brengen. Dit soort clowns wordt alleen ingezet als roeptoeter en/of slachtoffer van de politiek als het fout gaat. De baas van het leger is “de regering”. De regering is samengesteld uit “de koning en zijn ministers”. Wie is de baas van dat clubje, zou het de voorzitter kunnen zijn? Dat is nog steeds de uit de (theoretisch) juiste baarmoeder geboren “majesteit”. In dit land kan dus iemand die niets kan een heel leger aanvoeren. Veilig achter de frontlinies, dat wel. Van heldendaden hebben we weinig gehoord, anders dan een verplicht nummertje slagveldtoerisme van de zoveelste onbeduidende import-mof.
Met het onderwerp “kolonialisme” zijn we ook nog lang niet klaar. Ik verdeel het in twee boekwerken. Het eerste boek gaat over de verzonnen geschiedenis, de fictieve periode tot ca. 1800, waarvan ik denk dat die is geschreven om de gevluchte overlevenden een rol en een plaats te kunnen geven. Het tweede boek moet gaan over de laatste 250 jaar, de periode van de doorstart en het herinrichten van de Nederlanden, alsmede het toewijzen van enorme te pacificeren gebieden, zowel hier als in de tropen. Overlevenden vermengen met de “nieuwe, bleke kweek-Nederlanders” uit de ondergrond én anti-roomse vluchteliungen uit hget zuiden, meer dan u denkt. Met als resultaat een verweekt, hopeloos verzwakt en mentaal hulpeloos wezen, die zich maar wat graag de “Nederlandse Leeuw die alle cirkels vierkant maakt” noemt; tegenwoordig alleen nog op het voetbalveld. De “Levinneuh3….” die de voetbalsport hebben gered, zo klinkt het in koor.
De Hollandsche vechtmachine is een verzameling lafbekken, die het al 250 jaar probeert en alleen maar diplomatieke nederlagen heeft geleden. Kenmerkend voor deze mentaliteit is het bouwen van een zuipfeestje met prins Pils, nadat de mannen van Srebrenica zijn afgevoerd en omgebracht. Miljardenschepen van de Marine die Somaliërs op vlotten en gewapend met speren inrekenen worden vorstelijk ondergescheten bij thuiskomst. Vredesmissies of politonele acties kun je immers niet verliezen. Zo komt Jan Splinter door de winter. Helden op sokken, te triest om aan te zien.
Ik ken maar één held: keihard weigeren hier medewerking aan te verlenen. ALLES weigeren als het er op aankomt. Stuur de politici met hun geliefden naar Oost-Oekraïne, en je zult er geen last meer van hebben.
U zult denken: waar komt deze taal nu weer vandaan, vanwaar die haat? Ik ben geen mensenhater, maar dan moet je de definitie van “mens” wel even goed omschrijven. Omdat ik een bloedhekel heb aan holdode acteurs die als een waarachtige “drone” op afstand worden bestuurd om de nog wel levende bevolking te gronde te richten.
- De achtereenvolgende Hitlerkabinetten van na het gedwongen ontslag van Reichskommissar Seys-Inquart in 1945. ↩︎
- Onderwereld = de thuishaven van een aardse parasiet. ↩︎
- Op een of andere manier kunnen sportcommentatoren het woord “leeuwinnen” niet fatsoenlijk uit hun strottenhoofd geperst krijgen. ↩︎
Source: https://herstelderepubliek.wordpress.com/2025/06/16/de-hollandse-vechtmachine/
.
